Doel van dit project.Meer vrouwen naar een van de kraamklinieken in de regio te laten komen voor hun bevalling en de risico’s tijdens de zwangerschap en bevalling terugdringen en complicaties behandelen.Doelgroep:Zwangere vrouwen in de regio, met name zij die in de periferie (buitengebieden) wonen en niet naar de kraamkliniek kunnen komen door culturele gebruiken of omdat zij geen geld hebben en de afstand te ver is.Aanbod van professionele hulp in de regio:- De regio Boukombé ligt in het noord-westen van Benin en is onderdeel (sous-préfecture) van het departement ‘de l’Atacora’ . Deze regio is zelf weer onderverdeeld in 7 arrondissementen.- Ieder arrondissement heeft 10 dorpen onder zich die worden voorzien van de basale gezondheidszorg middels een EHBO-post en een kleine kraamkliniek. De dorpen liggen op maximaal 21 km afstand van deze EHBO-post. Hier hoort overal een verpleegkundige en een verloskundige werkzaam te zijn, dit is echter lang niet altijd het geval.
Waarom bevallen in een kraamkliniek in de regio en niet thuis?De omstandigheden thuis zijn zeer onhygiënisch. Dit heeft te maken met het geen toegang hebben tot schoon drinkwater, het wonen in lemen hutten, het ontbreken van elke vorm van schone bandages en dergelijke, het gebruik van oude scheermesjes om de navelstreng door te snijden. Er is geen controle of de baby in orde is. Verder is er geen controle op nabloeden of infecties bij de moeder en als deze geconstateerd worden dan worden zij traditioneel behandeld, waarbij men moet denken aan vaginaal spoelen met kruiden etc. Tevens blijven de vrouwen na de bevalling in een kliniek verplicht 24 uur opgenomen zodat zij in ieder geval een dag niet hoeven te werken en de baby’s krijgen voor het naar huis gaan allemaal hun eerste inentingen. De eerste controle wordt vaak nog wel goed nageleefd door de moeders, maar als de kinderen voor de tweede herhalingsprik moeten komen dan komt misschien 1/3 terug.Problematiek: - Het is een collectieve samenleving met masculiene cultuur met een sterke familiehierarchie. Dit is vooral nog heel sterk aanwezig in de periferie. Het wil zeggen dat de familiebanden zeer nauw zijn en iedereen onderdeel is van de groep ter bescherming tegen het harde leven. Loyaliteit aan de groep is levenslang vereist. Dit betekent dat men bijvoorbeeld de opbrengsten deelt en er geen ‘persoonlijke’ meningen op na houdt, dus confrontaties uit de weg gaat om de groep als eenheid te handhaven. Men kan het zich niet permitteren om uit de groep gestoten te worden en als individu door het leven te gaan. Een vrouw kan het zich dus niet permitteren ten gunste van haar gezondheid of haar kinderen een individuele daad te stellen en daardoor een algemene opvatting van de groep te negeren.De mannen zijn meer waard dan vrouwen (liever een zoon naar school dan een dochter) en de sociale sekserollen zijn duidelijk gescheiden. Voorbeeld hiervan: Vrouwen zorgen voor het voedsel en de huishouding. Zij betalen voor de gezondheidszorg van hun kinderen en zorgen voor de kleding. De man mag zijn inkomen voor zichzelf houden, hij is altijd eigenaar van het huis. Wat betreft de machtsafstand: Respect tegenover ouderen en ouders is levenslang aanwezig en zelfs onderling creëren de kinderen een autoritaire ordening. Ook een hoger opgeleide vrouw uit deze contreien blijft altijd bescheiden ten opzichte van haar echtgenoot. Zelfs als zij een goede baan heeft. - Ontbreken van de kennis. Men is er nog niet altijd goed van doordrongen waarom het beter is om in de kraamkliniek of in het gezondheidscentrum te bevallen. Dat men daardoor de kracht van de gemeenschap versterkt omdat de moeder en de baby betere kansen maken op gezond overleven. Ook vertrekken de vrouwen die wel onder begeleiding willen bevallen vaak te laat, pas op het moment als de weeën al in volle gang zijn. Dit komt omdat zij het zich niet kunnen permitteren om een dag of langer niet te werken. - Vervoer: De afstanden zijn relatief ver en de wegen slecht begaanbaar. Ook beschikken de vrouwen niet over een vervoersmiddel. Als er in een familie een fiets is, wordt deze gebruikt door de mannen en jongens. Voorlichting geven aan de mannen over het belang van transporthulp - middels fiets en brommer - aan de zwangere vrouwen, is zeker noodzakelijk.- Financiën: De vrouwen hebben geen geld om consultaties en laboratoriumonderzoeken, de bevalling in de kraamkliniek of eventuele complicaties zoals keizersnede te betalen. Ook hebben de vrouwen uit de periferie geen schone kleding voor zichzelf na de bevallingen, geen maandverband, geen kleding of luiers voor de baby etc.- Artsen: In de hele regio – 61.500 mensen – is geen praktiserend arts aanwezig. Het streven van het WHO (World Health Organisation ) om in het jaar 2000 in alle ontwikkelingslanden minimaal een arts te hebben op iedere 10.000 inwoners is hier nog niet in praktijk gebracht. Dankzij het staatsziekenhuis in Natitingou en het Katholieke ziekenhuis in Tanquieta heeft het Atacoragebied 1 arts op de 51.000 inwoners. Echter dus niet in de regio Boukombé!(bron: Projet de recherche action participative pour la réduction de la mortalité martnelle dans le departement de l’Atacora è een project dat heeft plaatsgevonden in het Atacoragebied van 1998 - 2003 om te onderzoeken hoe je de vrouwensterfte tijdens en na de zwangerschap en bevalling zou kunnen verminderen
Opvallend is dat er verhoudingsgewijs weinig vrouwen overlijden in de kraamkliniek! De meeste vrouwen overlijden thuis of op weg naar het gezondheidscentrum. Vrouwen die te laat beginnen aan hun tocht naar de kraamkliniek worden dan met kind langs de kant van de weg gevonden. Thuis zijn uiteraard geen hygiënische omstandigheden te vinden. Het grootste percentage heeft zelfs geen toegang tot schoon drinkwater.
Werkwijze om dit project te doen slagen:
- Veldwerk: Het bezoeken van de dorpen in de regio en ter plekke de eerste prenatale controle doen en tevens aan het hele dorp voorlichting geven over het belang van het bevallen in een kraamkliniek of het gezondheidscentrum. - Beloning voor het bevallen in kraamkliniek: Dankzij de kraampakketten die door Stichting Baby Hope beschikbaar worden gesteld kunnen we de vrouwen garanderen dat zij onder hygiënische omstandigheden kunnen bevallen in het ziekenhuis. De moeders krijgen tevens een kadotas van F’SAB” waarin onder andere kraamverbanden, een luier, strikslip, boxpakje zitten. Deze spullen worden in NL ingezameld via SAB.
- Een Centre d’Accueil intergreren in de kraamkliniek: Een opvanghuis bouwen voor vrouwen die van ver moeten komen en waarbij complicaties te verwachten zijn, zodat zij eerder kunnen komen om onder goede omstandigheden hun bevalling af te wachten.
- Kosten bevalling en pre-natale zorg: Een fonds creëren dat de kansloze vrouwen in staat stelt om hun prenatale controle te krijgen en de bevalling in een kraamcentrum te doen laten plaatsvinden. Uit dit fonds dient ook geld beschikbaar gesteld te worden bij complicaties, zodat het transport per ambulance naar het ziekenhuis kan plaatsvinden en de eventuele noodzakelijke keizersnede en andere nazorg gegeven kan worden.
Wat is er al gerealiseerd:
De laatste fase is nu afgerond voor het Centre de Santé in het regiodorp Boukombé. De verbouwingen zijn klaar en het draait geheel zelfstandig. Voorbeeldcijfer: Het aantal vrouwen die zijn bevallen in het CdS, is in 2006 toegenomen tot van 27 naar 45 per maand.
Al met al kunnen wij zeer terecht stellen dat er goed, opbouwend werk is verricht en dat de toekomst van de gezondheidszorg voor deze regio – met continuatie van onze hulp - alleen maar vooruit kan gaan.
Uiteraard blijft er nog heel veel nodig, niet alleen in het regiodorp zelf, maar ook op de gezondheidsposten in de verschillende arrondissementen uit de regio Boukombé.
Daar willen wij dan ook absoluut meer aandacht aan gaan besteden in de toekomst. Zodat uiteindelijk een vrouw die bijvoorbeeld in Tabota moet bevallen op dezelfde faciliteiten kan rekenen als een vrouw die in Boukombé haar bevalling doet. Dit willen wij doen door ieder arrondissement te ondersteunen met materiaal en waar nodig via nieuwbouw of verbouw en uitbreiding van de bedden capaciteit.